Verhalen, mythen, sagen en andere overleveringen ontvreemd aan de tijd.
Gérard Versijp, 7 februari 2017
In deze nieuw rubriek van de site van de DPV, wil ik u graag meenemen naar de tijdspanne van de protohistorie, de tijd tussen prehistorie en historie. Uit die tijd stammen veel verhalen, waar en niet waar – ik geloof ze soms allemaal, of geen enkele. De vroege middeleeuwer, de monniken die de heiligenlevens opschreven, de enkele historicus die in opdracht van de heerser de geschiedenis omvormde naar het gewenste inzicht en de gewone man die de volksverhalen verzon, hebben allemaal één ding gemeen: Van hun gedachtespinsels is het nu niet meer te achterhalen, wat er werkelijk is gebeurd.
De Italianen hebben daar een fraaie zegswijze voor: “Si non è vero, è ben trovato”.
De eerste verhalen die ik wil vertellen gaan over die eerste bekende Nederlander, die geen Nederlander was, daar begint het al, hij was namelijk een Fries. Radboud, koning der Friezen. Van hem is historisch gezien maar heel weinig bekend. Verhalen zijn er des te meer, waarvan de legende over zijn doop, die op het laatste moment niet door ging, de bekendste is. Hij is dus waarschijnlijk niet gedoopt, omdat hij na zijn dood wilde verblijven, daar waar zijn heidense voorvaderen ook verbleven, namelijk in de hel. Nu komt het moeilijke, waar is die hel waar Radboud verblijft, of liever: waar is hij begraven? Kijk er niet van op, het zou de Hasseberg moeten zijn….. Lees verder.
Toen ik naar Noord Nederland kwam, ik ben van oorsprong Brabander, heb ik in de bibliotheek een boek geleend over volksverhalen uit Groningen. Om je snel vertrouwd te maken met de bevolking is het lezen van volksverhalen een prachtig middel. Toen ik voorheen, na mijn opleiding, vanuit Groningen naar Limburg verhuisde, heb ik mij een boek over de Bokkenrijders aangeschaft en dat heeft me geen windeieren gelegd.
Nu, in het boek met Groningse volksverhalen, stond een verhaal dat koning Radboud in de Hasseberg in een gouden sarcofaag begraven zou liggen. Deze kennis heb ik opgeslagen en nu ik over veel vrije tijd beschik, ga ik maar eens op onderzoek uit.
Ik ben eerst maar eens naar die Hasseberg gaan kijken. Vanuit Stadskanaal rijd ik Sellingen binnen, een fraai dorp, met een fraaie bochtige weg, die voor een groot deel de beek volgt. In het dorp volg ik dan een kaarsrechte weg, richting de Duitse grens. En dan opeens dan ben je er. Geen hoge heuvel, meer een wat sterke glooiing in het landschap. Op zich niet erg indrukwekkend, is dit de plaats waar Radboud begraven is in een gouden sacrofaag?
Na mijn bezoek aan de Hasseberg ben ik te rade gegaan bij Jochem Abbes, cultuurambtenaar van de gemeente Vlagtwedde. Volgens hem is het onwaarschijnlijk dat de Hasseberg dient als begraafplaats van koning Radboud. Er zijn archeologisch geen aanwijzingen voor en er is pas bewoning sinds het begin van de vorige eeuw. Dit verbaasde mij omdat de Hasseberg de enige hoogte van een beetje belang is in de wijde omgeving. De Hasseberg is ontstaan tijdens de ijstijden en ligt tussen een vroegere loop van de Ems en de huidige Ruiten Aa. Lekker afgelegen en mooi hoog, omringd door moerassen, moet de Hasseberg een ideale woonplaats zijn geweest. Niet dus; het waarom, dat is een moeilijk te beantwoorden vraag. Tot het jaar 1000 ongeveer, liep aan de voet van de Hasseberg een traag stromende beek, de Hassebergril. Deze is door de natuur omgetoverd tot veen en nu alleen nog maar terug te vinden op bodemkaarten. Er was dus ook fris, zoet water in de nabijheid. Via een zandrug was de Hasseberg verbonden met het dorp Sellingen. In de zomer kon men hiervan gebruik maken om naar Duitsland te reizen.
Volgens de heer Abbes komt een andere heuvel meer in aanmerking om het historische graf van Radboud te zijn, namelijk Surwold. Maar Surwold (Ortsteil Börgerwald in de Hümmling) is pas in 1897 gesticht. De naam verwijst naar het graf van koning Surwold in de nabijheid. Koning Surwold is historisch niet bekend is, maar zou wel een Fries zijn geweest. Zijn naam komt in vele legenden voor en wij kennen slechts enkele Friese vorsten bij naam. Het kan dus zijn dat Surwold mondeling is overgeleverd maar dat hij naamloos de vergetelheid is ingegaan. Er hebben daar opgravingen plaatsgevonden en het ging om een hunebed uit de Trechterbekertijd. Of Surwold op een of andere manier dezelfde is als Radboud betwijfel ik en ook het hunebed is zeker niet uit zijn tijd.
Maar: zestig jaar geleden werd er een spectaculair vorstengraf ontdekt in de omgeving. Echter ook dit graf stamt kennelijk niet uit de periode van Radboud maar is een grafheuvel uit de bronstijd.
Surwold valt dus ook af.
Kennelijk is er geen bewijs voor dat Radboud ergens begraven ligt, laat staan dat er een gouden sacrofaag is waar hij in ligt.
Maar wat dan met de verhalen dat Radboud zich ophoudt in de buurt van de Hasseberg?
Volgens het geloof dat de Germanen en Friezen aanhingen, bleef de geest van een belangrijk man zweven in de buurt van een hoogte. Er zijn niet veel hoogten in Friesland, Holland en Groningen. Maar de Hasseberg was zeker bekend en lag binnen het rijk van Radboud. Lekker afgelegen, mooi hoog en omgeven door grote moerassen, zoals ik al eerder aanhaalde. Toch een mooie plaats om een belangrijk man, die waarschijnlijk als kwade geest bekend stond, op te bergen. Een link met deze voorstelling is, dat nog heel lang Joelfeesten gebruikelijk waren in landelijke streken. Dit is het fenomeen dat men 12 dagen lang na de kortste dag feest vierde om de zonnewende te vieren. Men maakte zoveel mogelijk lawaai om de kwade geesten te verdrijven. In de christelijke tijd werden deze geesten natuurlijk duivels.
Dus de plaats waar Radboud begraven is, blijft een mysterie, zijn geest waart mogelijk rond de Hasseberg, dit besef maakt de plaats alleen maar mooier en een bezoek waard.
Volgende keer meer over het leven van een groot vorst.