November 2018: De naam van de DPV: wat nu? Een opinie.
Regionale vaderlandsliefde
Tijdens de openingsspeech, van het symposium ter gelegenheid van ons 21e lustrum, raakte onze voorzitter het probleem aan van de naamgeving van de vereniging. Wij noemen ons de DPV, waarbij de D uiteraard voor Drents staat. Maar veel leden zijn helemaal geen Drent. Zelfs de voorzitter niet, gaf hij ruiterlijk toe, niet dat wij dat nog niet wisten. Hij stelde dat de D van Drenthe de lading niet dekte. Dat geldt niet alleen voor de DPV, maar ook bijvoorbeeld voor mijn buren. Dat zijn niet allemaal Drenten. De buurvrouw wel, al weet ik dat niet zeker, haar man is duidelijk een Fries. Lang, blond, vriendelijk en recht door zee, kan niet missen zou je zeggen. De overbuurman is een Zeeuw en daarnaast wonen Tukkers. Mijn vrouw en ik komen uit Brabant en dan wat verderop wonen Groningers. Zie hier de mengeling der volken in één straatje. Gelukkig leven we allemaal in peis en vree naast elkaar. In de jaren zeventig in België was dat wel anders. Ik herinner mij nog de bordjes in een café in Turnhout, een stadje in de Belgische Kempen, even ten zuiden van Breda, waar op stond Hollanders niet gewenst. Toegegeven dat is lang geleden en ook toen al een zeldzame bijzonderheid. Later tijdens mijn studententijd liep ik stage in diezelfde stad en op een avond werd ik vastgegrepen door drie gasten en werd me op dwingende toon toegeroepen: Vliegt de Blauwvoet. Gelukkig had ik ooit Hendrik Conscience gelezen en wist het antwoord op deze code: Storm op zee. Als ik het niet geweten had, had ik op een pak slaag kunnen rekenen. Deze tijden zijn, hoop ik, lang voorbij.
Dus ik ben Brabander, met Vlaamse roots. Toch voel ik me overal thuis. Als kind verhuisde mijn vader voor zijn werk naar de grote stad Rotterdam, waar ik eigenlijk ben opgegroeid. Maar zodra ik de Moerdijkbrug overstak voelde dat toch als een soort thuiskomen. De Moerdijk was voor mij en ik denk voor veel anderen, meer dan een provinciegrens. Brabant was meer thuis dan Rotterdam. Hertog Jan van Brabant sprak mij meer aan dan Floris V. De hoofse ridder hertog Jan, die minneliederen schreef en zijn soldaten na de overwinning op Reinoud van Gelre, vanaf een stapel biertonnen, toesprak, was meer mijn held. Daarnaast was Brussel zijn hoofdstad. Brussel, niet de hoofdstad van Europa, niet van België, niet van Vlaanderen, het was de hoofdstad van Brabant. Het Brabant van Harba lorifa, het Brabant van de bloeiende bloemen. Dat is in ieder geval één van de verklaringen van de woorden van de hertog.
Vaderlandsliefde is op zichzelf niet verkeerd. Het gevoel bij een landstreek te horen is in elke bevolkingsgroep waar te nemen. Velen voelen zich pas gelukkig als ze bij de groep horen en ongelukkig wanneer zij buitengesloten worden. Dat is, volgens mij, de kern van vaderlandsliefde, niets meer en niets minder. Dus de Friezen zijn trots op hun land, hun paarden, de Elfstedentocht, de Groningers eveneens op hun land en paarden, onder andere het Peerd van Ome Loeks. De Drenten zijn trots op hun natuur, hun TT, en hun plat, om maar enkele dingen te noemen. Vervelend kan het worden als men uit een soort van vaderlandsliefde, anderen verfoeit. Westerlingen worden niet altijd positief gewaardeerd alleen om dat zij uit het westen komen. Zit wat in, waarmee ik kan meevoelen. Maar vaderlandsliefde, is meer een trots zijn op je eigen regio, afkomst of cultuur.
Mooi is het dat door de eeuwen heen, de mensheid zich heeft vermengd. Dat is aan te tonen door isotopen- en DNA-onderzoek. Vanaf de vroegste geschiedenis heeft de mens gezworven en zich met anderen vermengd. Eerst Afrika uit, later Europa in en zich zodanig vermengd met de Neanderthaler dat nu bijna ieder van ons genetisch materiaal van deze verre neef bij zich draagt. Na het ontstaan van de Neolithische revolutie zijn volkeren uit het Midden Oosten, op drift geraakt om uiteindelijk de Swifterbanters de landbouwcultuur te brengen met de voor- en nadelen van dien. Maar ook na de Swifterbanters zijn er veel grote en kleine volksverhuizingen geweest. De geschiedenisboeken staan er vol mee. Dat heeft veel voordelen gehad, nieuwe culturen ontstonden, vermengden zich met oude en smolt volkeren samen. Het heeft dus eigenlijk geen zin om te zeggen, ik ben Drent of Fries of Groninger. Maar uit historische overwegingen zou ik graag de D van Drenthe in de naam van onze vereniging willen behouden. Een ondertitel kan een mooie aanvulling zijn. Ten slotte zijn we een tolerante vereniging en juichen we saamhorigheid tussen de regios toe.
Gérard Versijp.
https://www.youtube.com/watch?v=2w05YNLevfA