WORKSHOP 3: Eten vinden in de natuur: de prehistorische schijf van vijf

 

Natuur en eten lagen in de prehistorie dicht bij elkaar. Vandaag de dag is de natuur meer een ontdekking, een vorm van ontspanning en een belevenis, maar in de prehistorie moesten mensen altijd terugvallen op de natuur als bron van voedsel, grondstoffen en medicijnen. Vanaf de Nieuwe Steentijd ging de mens zelf eten produceren, maar hij bleef de natuur nog steeds als voedselleverancier zien.

De mens heeft diverse voedselbronnen nodig, denk maar aan de schijf van vijf. In het eerste vak van de schijf: groente en fruit als eerste voedselbron. We schatten dat de mensen als jager-verzamelaars net als de boeren in de Nieuwe Steentijd al voor een aanzienlijk deel planten aten. Zelfs de Neanderthalers, in de Oude Steentijd, aten de wortels van waterlelies naast andere bloemen en groenten (voedselresten in hun tandsteen). Van de vrouw van Huldremose (2de eeuw v.Chr., IJzertijd) weten we dat ze rogge met spurrie at als laatste maaltijd.

Veel voorkomende wilde groenten zijn: brandnetel, paardenbloem, herderstasje, perzikkruid, vogelmuur, weegbree, etc. De onkruiden van nu waren de groenten in de prehistorie. Van sommige huidige groenten is de wilde voorouder nog steeds in de Nederlandse natuur te vinden. Archeologisch onderzoek kan aantonen welke planten in een gebied in een bepaalde periode groeiden, maar dit bewijst niet dat ze werden gegeten. Verkoolde etensresten en veenlijken met geconserveerde maaginhoud laten zien dat de mens gedurende de prehistorie wilde planten gebruikte als kruid en groente.Vruchten uit de natuur zijn wilde aardbeien, bramen, diverse bessen, wilde appels etc.

Het tweede onderdeel van de schijf van vijf: olie en vetten. In de vegetatie zijn deze lastig te verzamelen. Reuzel en talg kunnen via de jacht verkregen worden en vanaf de Nieuwe Steentijd worden lijnzaad en maanzaad verbouwd; in de IJzertijd huttentut.

Zuivel en peulvruchten (derde onderdeel) zijn uiteraard pas vanaf de Nieuwe Steentijd voorhanden, maar in de natuur vind je noten, vlees, vis en eieren. Hazelnootdoppen vinden we veel op Middensteentijd-sites.

Het vierde vak bestaat uit graan, brood en aardappels. In de natuur zijn er planten met vergelijkbare voedingsstoffen, denk aan de wortels van waterlelies, wilde peen en lisdodde.

Het vijfde vak, drinken / drank laten we onbesproken.

In de workshop leert u wilde planten herkennen, proeven, bereiden en toepassen, en welke onderdelen van de planten in welk jaargetijde eetbaar zijn. Als moderne mens kun je nog steeds oogsten in het wild. Treed in de voetsporen van jager-verzamelaars en ontdek opnieuw de smaken uit de natuur!

ACTOR

Leah Groeneweg (www.bloemenpad.nl)

PLAATS en BIJZONDERHEDEN

Verzamelen: in de kantine van het Kenniscentrum (direct rechts). Maximaal aantal deelnemers 10; neem wandelschoenen en bij slecht weer regenkleding mee. Een tasje om voedsel te verzamelen is handig.

Nieuwsbrief

Ontvang ook onze
digitale nieuwsbrief:
Welkom, inloggen voor DPV-leden
workshop 3 Eten vinden in de natuur