WORKSHOP 6: Koken op een open vuur: neolithische fijnproeverij

 

Wat aten de mensen in de Nieuwe Steentijd? Hoe maakten ze hun eten klaar en hoe zou dat gesmaakt hebben? Door archeologisch onderzoek naar planten- en botresten (Workshop 9 en 10) krijgen we een beeld van de flora en fauna in het verleden en van wat men gegeten zou kunnen hebben. In het Neolithicum vinden er grote veranderingen plaats. Naast voedsel verzamelen en jagen gaat de mens ook landbouw en veeteelt bedrijven. En we zien aardewerken potten verschijnen, waarin gekookt werd, getuige de aankoeksels en roetsporen. Het koken in potten zal het eetpatroon veranderd hebben. Na een nacht in de week gestaan te hebben is graan eenvoudig te koken. Zo zijn in Keinsmerbrug (N-H), aankoeksels geanalyseerd uit het Late Neolithicum die wijzen op graan (emmertarwe) en strandmelde, gekookt in dierlijk vet of visolie. Maar graan werd ook gemalen, getuige de maalstenen. Met meel en water bak je platte ongerezen broodjes op een hete steen of in de as. En weer later maakte men met zuurdesem of gist gerezen brood, gebakken in een lemen koepeloven.

Uit zadenonderzoek blijkt dat men niet alleen graan heeft gegeten maar ook veel wilde planten. Bij opgravingen bij Swifterbant zijn bijvoorbeeld resten van braam, wilde appel en meidoorn gevonden. Verkoolde hazelnootdoppen maken aannemelijk dat die (geroosterd) gegeten zijn. Er zijn veel zaden van eetbare planten aangetroffen, zoals brandnetel, meldes, ganzenvoet, zuring, muur e.a. De wortels van lisdodde en riet, alle zetmeelrijk, behoren ook tot de mogelijkheden.

De vele botresten al of niet met snij- en slachtsporen, bewijzen dat vlees op het menu heeft gestaan, evenals vis. Is het vlees geroosterd? Gerookt? Gedroogd? Of gekookt? Eerst aanbraden in de boter in de vleespan, dat is in de prehistorie in elk geval nog niet aan de orde.

Vee zal men ook zijn gaan melken en meel + melk = pap. At men dat? Werden honing en zout als smaakmakers ingezet? We zullen nooit precies weten hoe en wat,maar we weten wel dat de prehistorische mensen gewoon op een open vuur hun eten bereidden. En dat gaan we in de workshop ook doen: graan malen met stenen, graan roosteren, platte broodjes maken en in warme as garen of op een hete steen, hazelnoten roosteren, mosselen koken in as, een pot op het vuur met een graangerecht met ‘wilde’ groenten, paddenstoelen, noten. Dunne lapjes vlees in blad verpakken en in warme as garen. En natuurlijk ook proeven. Smakelijk eten!

ACTOREN

Paulien de Roever en Marieke den Hartog, namens de Werkgroep Prehistorisch koken van de Vereniging voor Archeologische Experimenten en Educatie (VAEE)

PLAATS en BIJZONDERHEDEN

Plaats: IJzertijdhuis. Een kookschort verdient aanbeveling. Maximaal 8 deelnemers.



 

Nieuwsbrief

Ontvang ook onze
digitale nieuwsbrief:
Welkom, inloggen voor DPV-leden
workshop 6 koken op een open vuur