Cogghen, Kleene cogghen ende Schuten

De dertiende tot zestiende eeuwse Nederlandse en Vlaamse archeologische vondsten uit de scheepsbouwtraditie van de (Hanze) kogge in een breder perspectief.

door Karel Vlierman, oud-conservator collecties van het Nederlands Instituut voor Scheeps- en onderwaterArcheologie (NISA).

De lezing is op 11 oktober in de Open Hof, Sleutelbloemstraat 1, Assen en is vrij toegankelijk voor leden en niet-leden. Opgave vooraf is niet nodig. Koffie vanaf 19.00 uur, lezing om 19:30.

De link naar de livestream staat op de Agenda-pagina.


De opgraving van de grootste en best bewaarde kogge (Nijkerk II) en de aan de hand van dit wrak nagebouwde Kamper kogge (pentekening Karel Vlierman)

Info over de lezing

Van de dertiende tot de zestiende eeuw was een aanzienlijk deel van de economie in Noordwest-Europa gebaseerd op de handel van de Hanzekooplieden. Het transport van goederen vond voor een belangrijk deel plaats met schepen, voornamelijk koggen. Het belang van dit scheepstype was reeds bekend uit middeleeuwse documenten en van stadszegels. Tot het midden van de twintigste eeuw moest worden gewacht tot archeologische vondsten meer duidelijkheid verschaften over de constructie, de technische  uitvoering en indeling van het handelsschip. Een van de grootste collecties van middeleeuwse scheepswrakken in de wereld is ontdekt na de Tweede Wereldoorlog gedurende het inpolderen van grote delen van het IJsselmeer (de voormalige Zuiderzee). Tijdens de inrichtingswerkzaamheden van de sinds 1942 aangelegde drie grote polders zijn honderden scheepswrakken aangetroffen, daterend uit de periode ca. 1250-1900, ongeveer twintig daarvan zijn koggen. De eerste kogge is in de Noordoostpolder opgegraven door P.J.R. Modderman in 1944. De legendarische kogge met zijn opmerkelijke en kenmerkende constructie en bijzondere manier van waterdicht maken van de naden in de scheepshuid, zogenaamd gesinteld mosbreeuwsel (uitgevoerd met mos, moslatjes en sintels [smeedijzeren krammen]), vroeg om een diepgaand onderzoek. Nederland was een ideale plaats om dit onderzoek te starten, omdat daar bijna tweederde van alle koggenwrakken in Europa zijn gevonden en (gedeeltelijk) opgegraven. Van slechts vier waren opgravingsrapporten verschenen (waarvan twee beknopt en/of gedateerd). In het 1999 gestarte en in 2021 afgeronde promotie-onderzoek zijn alle koggenvondsten (opnieuw) behandeld, inclusief de twee wrakken bij Doel in Vlaanderen (nabij Antwerpen) en de in 2016 in de IJssel bij Kampen geborgen grote kogge. Het onderzoek resulteerde in een Engelstalige monografie van 1000 rijk geïllustreerde pagina’s in twee boekdelen en 70 grote technische veld- en recontructietekeningen (op A1 en A2 formaat) samen in een fraaie cassette. Het wordt reeds het standaardwerk over de koggen genoemd, het eerste in zijn soort gepubliceerde, en niet vergelijkbaar in ongeacht welke tak van de maritieme archeologie. Het boek behandelt uitvoerig het volledige spectrum van grote tot kleine koggen en schuiten uit deze unieke scheepsbouwtraditie en de daarin aangetroffen gebruiksvoorwerpen en lading. In het boek zijn ook een twintigtal pentekeningen afgebeeld met impressies van de inventarissen en hoe de vaartuigen er uit hebben gezien.

De 10 kg zware cassette Cogs, Small cogs and Boats is bij de boekhandel of bij Spa-uitgevers in Zwolle te bestellen voor Euro 250,-, exclusief verzendkosten. Voor leden van de Drents Prehistorische Vereniging kan tijdens de lezing op 11 oktober bij contante betaling van Euro 200,- een exemplaar worden aangeschaft.  

 

Welkom, inloggen voor DPV-leden
Nieuws > DPV-lezing Karel Vlierman: Cogghen, Kleene cogghen ende Schuten