Archeologisch onderzoek in vroege Drentse kerken

Lezing door Pieter den Hengst, archeoloog

De lezing is in de Open Hof, Sleutelbloemstraat 1, Assen en is vrij toegankelijk voor leden en niet-leden. Opgave vooraf is niet nodig. Koffie vanaf 19.00 uur, lezing om 19:30. 

Info over de lezing:
Aan het einde van de 8 ste eeuw begon voor de bewoners van Drenthe de geleidelijke overgang
naar het christendom. Niet lang daarna zullen de eerste kerkjes gesticht zijn, gewoonlijk door
vertegenwoordigers van de Kerk – missionaris, bisschop, klooster - of de lokale elite. Door
afsplitsingen van de zes moederkerken (‘seendkerken’) – in Vries, Anloo, Emmen, Rolde,
Beilen en Diever - in de oerparochies kwam hier in de loop van de Late Middeleeuwen nog
een 30-tal parochiekerken bij.
In het midden van de vorige eeuw vonden in een aantal oude Drentse kerken
restauraties plaats. Dit bood de gelegenheid om archeologisch onderzoek te doen, waarvan
door het Biologisch Archeologisch Instituut in Groningen en de Rijksdienst voor
Oudheidkundig Bodemonderzoek dankbaar gebruik gemaakt werd. Zo werden tussen 1942 en
1978 tien kerken geheel opgegraven. Voor vier kerken – Vries, Diever, Norg en Zweeloo -
verschenen indertijd uitgebreide publicaties. Recentelijk kwamen daar publicaties over de
alsnog uitgewerkte oude opgravingen in Emmen en Anloo bij.
De Drentse kerkarcheologie krijgt in onze tijd een nieuwe impuls doordat kerkbesturen
ertoe overgaan de kerk geschikt te maken voor multifunctioneel gebruik.
Graafwerkzaamheden voor de aanleg van vloerverwarming zouden altijd archeologisch
begeleid moeten worden. Hoewel er niet diep gegraven werd, heeft dit voor Roden en Beilen
verrassende resultaten opgeleverd.
In de lezing wordt een aantal case histories behandeld; de meeste betreffen
opgravingen in de oudste kerken. Kerkarcheologie is een zeer breed onderwerp. Doordat in de
loop der eeuwen een reeks aan gebouwen ‘op elkaar’ is gebouwd is de archeologie complex.
De complexiteit neemt nog toe door het grote aantal graven dat vaak in de oude kerken wordt
aangetroffen. Belangrijk is ook de historische en historisch-geografische context: door wie
werd de eerste kerk gesticht, wie waren in de loop der tijd de eigenaren, welke
patroonheilige(n) heeft de kerk gekend, waarom staat de kerk op een bepaalde plaats in het
landschap? Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de onderzoeksresultaten van de mediëvistiek
en de historische-geografie. Voor het complete verhaal is verder bouwhistorisch onderzoek
van de bovengrondse bebouwing essentieel.

Bij de foto: Overzichtsfoto (1964) van het archeologisch onderzoek in de Grote Kerk van Emmen ©Rijksuniversiteit Groningen, Groninger Instituut voor Archeologie.

 

 

Welkom, inloggen voor DPV-leden
Nieuws > DPV-Lezing Pieter den Hengst: Archeologisch onderzoek in vroege Drentse kerken