29-03-2017 - Bron: AWN

 

Een nieuw Nederlands tijdschrift over archeologie

Uitgeverij Matrijs en de AWN produceren:

 

Tot dit jaar kenden we in Nederland drie landelijke archeologie tijdschriften: Archeologie Magazine, Archeobrief en Westerheem. Archeologie Magazine is een commercieel publiekstijdschrift, enigszins glossy maar met zeer leesbare artikelen, nieuws en nieuwtjes, niet alleen over de Nederlandse archeologie maar ook over de rest van Europa, het mediterrane gebied en soms ver daarbuiten. Archeobrief, uitgegeven door uitgeverij Matrijs, was een blad dat vooral gericht was op de professional, maar toch ook goed behapbaar was voor de geïnteresseerde leek. Westerheem tenslotte, het verenigingsblad van de AWN, was een blad met een lange traditie en een dijk van een reputatie dat werd volgeschreven door zowel professionals als ‘professionele amateurs’.

De beleidsmakers van Westerheem en Archeobrief hebben – ongetwijfeld na lang wikken en wegen – besloten om de twee tijdschriften te laten samengaan. Het resultaat is Archeologie in Nederland (AiN), waarvan het eerste nummer in februari verscheen. En het is een resultaat dat er zijn mag. Maar laten we eerst uit het colofon de missie van het blad citeren: ‘het tijdschrift….heeft tot doel de archeologische wereld in Nederland te informeren over zaken betreffende archeologie en aanverwante terreinen. Het tijdschrift richt zich op alle actief geïnteresseerden – zowel professioneel als vrijwillig – die belangstelling hebben voor de rijkdom van ons bodemarchief…’.

De eerste indruk van AiN is dat van een aantrekkelijk, fraai geïllustreerd en vormgegeven blad met artikelen en berichten van uitstekende kwaliteit, een blad met een goede balans tussen vorm en inhoud. In het eerste nummer staan vijf wat langere artikelen over uiteenlopende onderwerpen, geschreven door onderzoekers als gemeentelijk archeologen, universiteitsmedewerkers en promovendi. Zeer interessant is het artikel van Martine van Haperen over verstoorde graven uit de Vroege Middeleeuwen. Uit onderzoek van tien grafvelden bleek dat ruim 40 procent van de inhumatiegraven in het verre verleden heropend was geweest. Het lag voor de hand om hierbij aan grafroof te denken. Van Haperen beargumenteert echter dat dit niet het geval was, maar dat er wellicht ideologische of rituele drijfveren waren - bijvoorbeeld voorouderverering - om na enige tijd het graf weer te openen en voorwerpen uit het graf te halen.

Voor de DPV-ers is het artikel over het project Portable Antiquitities of the Netherlands (PAN) interessant. Doel is het registreren van archeologische metaalvondsten die bijvoorbeeld door detectoronderzoekers zijn gedaan. In de persoon van Margot Daleman heeft het project een vondstregistrator voor Noord-Nederland. Verder zijn er artikelen over het Romeinse badhuis in Heerlen, een opgraving in de Sint-Janskerk in Gouda en over onderzoek aan textiel uit archeologische context.

Naast de langere en diepgravende artikelen kent AiN ook korte stukken over actueel onderzoek, nieuws, congressen en korte besprekingen van recent verschenen archeologische literatuur. Verder is er een tentoonstellingsagenda en zijn er columns van Evert van Ginkel en Tonnie van de Rijdt (AWN-voorzitter). AiN is daarmee een compleet tijdschrift en een ‘must’ voor een ieder die serieuze belangstelling heeft voor de Nederlandse Archeologie.

Het eerste nummer van het blad is te lezen op internet via de site van de uitgever (matrijs.com). Een jaarabonnement bestaande uit vijf nummers van elk 64 pagina’s kost € 45. Bij een lidmaatschap van de AWN is het abonnement inbegrepen. AWN-leden krijgen bovendien het AWN Magazine, dat een platform is voor de vereniging en haar leden om activiteiten, onderzoeken en nieuws te communiceren.

 

Pieter den Hengst, 28 maart 2017

 

 

Welkom, inloggen voor DPV-leden
Nieuws > Een nieuw Nederlands tijdschrift over archeologie